Suriname: Nederlands in de tropen

7 mei 2017 - Paramaribo, Suriname

De paar dagen in Nederland gingen veel sneller voorbij dan tevoren gedacht. Gevangen in een vagevuur tussen Zimbabwe en Suriname. Het inreisvisum liet tot op het laatste moment op zich wachten, dat was nog even spannend. Koning Willy vierde zijn vijftigste verjaardag, heel Nederland danste mee en een dag later zat ik in het vliegtuig. Het volgende avontuur kon beginnen.

Suriname is mogelijk mijn slechtst voorbereide reis. Geen vaccinaties gehaald (die had ik al), geen Lonely Planet gekocht om uitgebreid te lezen over het land en de geschiedenis. Eigenlijk wist ik niets over Suriname. Natuurlijk, ik had de enthousiaste verhalen van collega co-assistenten en artsen gehoord. Een verdwaald nieuwsbericht over de slechte financiële situatie trok ooit mijn aandacht. Maar verder was het een sprong in het diepe. Ik had er zin in.

Gelukkig is er al enige ervaring opgedaan met reizen, dus de vliegreis en de rit naar het huis gingen vlot en zonder noemenswaardige incidenten (de extreme drukte op Schiphol niet meegerekend). Dat leidde nog tot enige verbazing omdat Surinam Airways berucht staat om lange vertragingen. Zo was de vlucht van enkele dagen eerder tot twee keer toe teruggekeerd op Schiphol. Vertraging: 26 uur. Ik ben blij dat mij dat bespaard is gebleven. Voor ik er erg in had, stond ik op Surinaamse bodem, in de kamer die ik de aankomende maanden mijn thuis mag noemen.

Er zijn direct een aantal dingen die opvallen aan Suriname. Het is nat. Het is groen. Het is warm. Ik ben aangekomen tijdens het hoogtepunt van de grote natte periode. Dagelijks vallen er korte, maar hevige plensbuien, die helaas compleet onvoorspelbaar zijn. Dit resulteert keer op keer in tot op je onderbroek doorweekte kleren. Waar normaal gesproken een regenbui zorgt voor verkoeling, is dat hier een ander verhaal. De temperatuur daalt zelden onder de 30 graden. Geloof me, natte kleren in combinatie met deze hoge temperaturen, is geen feest.

Terwijl ik dacht al een aantal warme oorden op deze aardbol bezocht te hebben, geeft de hoge luchtvochtigheid hier een totaal andere betekenis aan het begrip ‘warm’. Iedere beweging die je maakt leidt tot een disproportioneel doorgeschoten reactie van het lichaam deze warmte af te voeren. Lees: zweet. Een rondje hardlopen lijkt zo meer op zwemmen. Met deze hitte en vochtigheid hebben muggen het prima naar hun zin. Waar de muggen in Afrika nog het fatsoen hebben te wachten met steken tot de zon onder is, word je hier 24 uur per dag omringd door een zwerm muggen. Aangezien deze niet zo onschuldige beesten ziektes meedragen als dengue, zika en malaria, is dat redelijk problematisch. Een elektrische vliegenmepper is mijn meest waardevolle bezit hier.

Begrijp me niet verkeerd. Het is hier verder fantastisch. Het leven is hier ontzettend kleurrijk. De mensen, het eten, de geuren. Paramaribo heeft veel te bieden. Er is een bruisend uitgaanscentrum, roti shops op elke hoek, restaurants waar je voor weinig heerlijke maaltijden eet, een sportschool om de hoek. Vooralsnog bevind ik me nog veilig in de Nederlandse artsenbubbel. Ik woon samen met vier Nederlandse artsen. De meeste artsen op de Intensive Care zijn Nederlands. De buren zijn Nederlandse artsen. De groep waaruit het sociale leven hier bestaat, is voor 80% arts en Nederlands. De resterende 20% is geen arts, wel Nederlands. De homogeniteit van de groep leidt direct tot een connectie. Zet een groep artsen bij elkaar en ze hebben het de hele avond over niets anders dan geneeskunde. Uiterst vervelend voor buitenstaanders (bij deze mijn excuses), maar prettig als je nieuwe mensen leert kennen. Tel daarbij op dat de turnover van nieuwe mensen hoog is en de meeste dus recent aan de slag zijn gegaan in Suriname. Dat creëert snel een hechte groep. Het voelt daardoor wel meer alsof ik in een tropisch Nederland ben dan in een land aan de andere kant van de oceaan. Dat de officiële taal hier Nederlands is en dus alle borden op straat en aan de winkels in het Nederlands zijn, helpt daar niet bij. Een hele maffe gewaarwording.

De eerste dagen op de Intensive Care bevielen uitstekend. Een vriendelijke, enthousiaste ploeg. Veel interessante, doch heftige ziektebeelden. De IC zelf valt in niets tegen; praktisch alles wat op een IC in Nederland aan apparatuur en mogelijkheden aanwezig is, staat ook hier op de IC. De steeds minder sporadische medicijn tekorten daargelaten. Het grote verschil zijn de patiënten. Die zijn vaak jonger en veel zieker dan de patiënten in Nederland. Later kom ik daar nog eens op terug. Dat ik hier veel ga leren, staat zonder meer vast. De werkdruk ligt hier hoog. Er zijn 15 bedden op de IC. ’s Avonds en ’s nachts doen de arts-assistenten de diensten zelfstandig, wat betekent dat artsen met een gemiddelde ervaring van minder dan een half jaar de verantwoordelijkheid over 15 van de ziekste mensen in het land dragen. Complexe handelingen zoals intuberen, centrale lijnen prikken en een tracheotomie aanleggen, worden je hier geleerd omdat je ze snel en frequent zelfstandig zal uitvoeren, terwijl in Nederland dit alleen onder strenge supervisie mag. Ik wil hier absoluut niet stoer mee doen. Integendeel. Als ik aan mijn eerste zelfstandige dienst denk, breekt het angstzweet mij uit.

Hier starten op de IC doet mij sterk denken aan mijn eerste maanden op de Spoedeisende Hulp. Alles was nieuw, de patiënten waren veel zieker dan in de tekstboeken en ikzelf net vers uit de opleiding. Ik vroeg alles en iedereen de oren van het hoofd. De gevreesde eerste nachtdienst kwam en ging, de eerste patiënt die onder mijn handen overleed, de eerste zelfstandige geleidde reanimatie. Langzaamaan wende ik aan mijn rol als dokter. Tot ik op een dag in de auto stapte en niet meer beelden op mijn netvlies had van alles wat mis kon gaan, maar ik comfortabel de nieuwe dienst tegemoet ging. Toen wist ik dat ik op mijn plek zat. Ik ervaarde veel, leerde nog veel meer en na enkele maanden was ik al één van de meest ervaren arts-assistenten. In plaats dat ik iedereen bestookte met vragen, werd ik zelf bestookt met vragen. Een rol die ik met veel plezier vervulde. Ik begeleidde co-assistenten, werkte nieuwe arts-assistenten in en gaf onderwijs. Maar na enkele maanden begon het weer te kriebelen. Ik wilde zelf weer de persoon in de kamer zijn met de minste kennis en de meeste vragen. De onzekerheid voelen die je dwingt nieuwe dingen te leren. Oncomfortabel zijn op de afdeling. Uit mijn comfort zone stappen, in de zone waarin groei mogelijk is.

Precies daar stap ik in zodra ik de Intensive Care op loop. Alles lijkt weer nieuw. Nieuwe mensen, nieuwe apparatuur en nieuwe ziekten. Een andere manier van werken. Vooruit plannen, multi-tasken en acuut handelen wanneer een patiënt onverwacht slechter wordt. Ik voel mij als een vis in het water. Mijn leercurve voelt weer zo steil als in de eerste weken op de SEH. Google draait weer overuren, de tekstboeken liggen weer open. Soms voel ik me als een kind in een snoepwinkel; overal gebeuren dingen die ik nog niet begrijp, zaken waarvan ik kan leren. Vele momenten ben ik dankbaar dat ik al een jaar werkervaring heb, want ook hier worden we direct in het diepe gestort. De beste manier om te leren zwemmen. Kom maar op. Ik ben er klaar voor.

Paramaribo ontdek ik elke dag een beetje meer. Gelukkig heb ik hier een fiets, waarmee ik mij overal naar verplaats. Waar ik niet aan kan wennen is de officieuze avondklok. Zodra het donker valt, gaan de poorten dicht en de fietsen op slot. Diezelfde donker brengt namelijk roversbendes mee. En vanzelfsprekend is een blanke Nederlander een geliefd doelwit. Al op Schiphol en in het vliegtuig werd ik hiervoor gewaarschuwd, waarna in Suriname zelf deze waarschuwingen herhaald werden. Alhoewel ik van spanning en avontuur houd, ben ik wijs genoeg ’s avonds de taxi te pakken. Dit creëert een onvrijheid die ik nooit eerder heb gevoeld. Het voelt klote.

Gelukkig zijn er genoeg fantastische dingen te doen hier. Weekenden zijn hier een waar feest. Dit weekend stapten we aan het einde van de zaterdagmiddag in een boot op de gigantische Suriname rivier om op zoek te gaan naar zeeschildpadden. Dit seizoen leggen zij eieren op het strand in de rivierdelta. Onze boot werd ook gebruikt om een man af te zetten aan de andere zijde van de rivier. Daar was een klein walhalle ingericht. Op een plateau boven het water stond een groep mensen, een drumstel, een saxofoon, een biertap en een bbq. Ingrediënten voor een fantastische avond. Bij de kade stonden mensen met bedrukte t-shirts: “Sunset Jazz festival”. Op het moment dat we aanmeren start de band. De zwoele, extreem dansbare tonen van Latin jazz worden over het water gedragen. We kijken elkaar aan. Uitstappen en mee feesten of toch de zeeschildpadden gedag zeggen? De keuze blijkt onder druk van de fantastische muziek moeilijk. We leren al snel dat dit festival elke eerste zaterdag van de maand plaatsvindt. De plannen voor over één maand worden gemaakt en we varen verder. Waar compleet willekeurige ontmoetingen al toe kunnen leiden.

Onderweg naar het schildpadden strand spotten we een stilliggende boot. Niet veel later ontdekken we de reden waarom; er zwemt een school rivierdolfijnen rond de boot. Een fantastisch gezicht. De dolfijnen duiken op, halen adem, duiken onder en komen enkele momenten vlak naast de boot weer omhoog. Ze zijn ongelooflijk nieuwsgierig en draaien nog enkele malen rondjes om de boten. Nu en dan zie je grijze rugvinnen en kopen boven komen, waarna ze weer het bruine rivierwater in duiken, verborgen uit het zicht. Lang kunnen we ons niet blijven vergapen, want de zeeschildpadden wachten niet.

Terwijl de zon achter de horizon kruipt en de lucht alle kleuren van de regenboog kleurt, springen wij uit de boot. De zelf meegenomen roti smaakt in deze omgeving nóg vele malen beter. We staan op de plek waar de rivier de Atlantische Oceaan bereikt. In de verte niets anders dan water, achter ons de rivier omgeven door dichte rijen bomen. Suriname is het dichtst beboste land ter wereld met bos op een landoppervlakte van meer dan 90%. Zodra je buiten de stad komt zijn bomen alles wat er te zien is. De contrasten tussen het strand waar we op staan, het flauwe schijnsel van de stad in de verte, de uitgestrekte oceaan, de massieve bossen en het kleurenschouwspel aan de hemel is adembenemend.

Zodra de zon onder is starten we onze zoektocht. We lopen over een uitgestrekt stuk strand, bezaaid met drijfhout. In de lucht vormen zich zwarte wolken tegen een donkerblauwe lucht. Links en rechts is een sporadische donderflits te zien, maar wij houden het gelukkig droog. Het geheel heeft een post-apocalyptische sfeer.

Na enkele minuten vinden we de eerste tekenen van schildpadden. Helaas een slecht teken; een kapot nest. Tientallen gebroken eieren liggen verspreid over het strand. De gids vertelt dat het hoge water het zand weg heeft gespoeld en het nest heeft blootgelegd, waarna de eieren een makkelijke prooi zijn geworden voor krabben, vogels en rovende mensen. Vooral dat laatste is een gigantisch probleem. Een geschatte 30.000 eieren worden er per jaar geraapt in Suriname. De eieren zijn hier een delicatesse en worden als een afrodisiacum beschouwd. In Zuid-Oost Azië is het rapen dusdanig ernstig geweest dat hele zeeschildpadden populaties zijn uitgestorven. In dit tempo zullen ze ook in het Caraïbische gebied uitsterven. Ik blijf me verbazen over de grenzeloze destructiedrang van mensen. En waarvoor? Een delicatesse, betere seks? Moet daarvoor een dierensoort uitsterven, om onze hebzucht, vraatzucht en lust te voeden? Het is een grove schande.

Helaas moeten we nog even wachten tot we de zeeschildpadden zelf zien. We vinden een spoor van de branding naar hogerop het strand, maar een tweede spoor verraadt dat de schildpad al zijn rondje in de zee weer aan het zwemmen is. Korte tijd later hebben we meer geluk.

Onder het flauwe schijnsel van een bijna volle maan zien we een silhouet op het strand, omringd door een berg zand. Nu en dan vliegt er een zand door de lucht. In de kuil ligt een zeeschildpad. Veel groter dan ik ooit had verwacht, het dier moet minstens anderhalve meter lang zijn geweest. Met beide vinnen groef de schildpad zich in. Nadat de kuil diep genoeg was startte het echte graafwerk. De achterste vinnen dubbelgevouwen als een schep, om zo een slanke, diepe tunnel te graven. Gebiologeerd stonden we met de groep te kijken, elk besef van tijd vergeten. Wat enkele seconden leek te duren duurde in de realiteit een uur. Het graven stopte en de schildpad schermde het gat af met haar achterste vinnen. Witte, ronde eieren de grootte van een pingpongbal en de consistentie van stijve pudding vielen één voor één het diepe gat in. Terwijl de gids ons continue maande tot stilte en fel licht had verboden om de dieren niet te storen, pakte hij één van de achterste vinnen vast en trok deze aan de kant zodat we beter konden kijken. Wat mij betreft een vreemde discrepantie in gedrag van deze beste man. Had het dier lekker met rust gelaten. Op het droge kruipen, graven en eieren leggen is uitputtend genoeg. Na het leggen begon de schildpad de kuil weer dicht te graven met het opgeworpen zand en vervolgden wij onze weg. Verderop zagen we nog twee schildpadden het strand opklimmen. Opnieuw twee uur wachten tot het hele proces volbracht was, zat niemand op te wachten. Op de terugweg zagen we nog net de eerste schildpad terug kruipen naar de branding, tot een grote golf haar overspoelde en ze weer in het comfortabele water lag.

Ons wachtte nog een typische verrassing. De kapitein van de boot had in al zijn wijsheid besloten de boten op het droge te leggen tijdens de vloed en was voor het gemak vergeten dat eb altijd op de vloed volgt. Met andere woorden, de boten lagen droog. Ons restte niets anders dan wachten tot het water weer hoog genoeg was om de boten te dragen en ons terug te brengen naar de stad.

De eerste week zit er alweer op en belooft veel goeds voor de komende maanden. Een intense afdeling in het ziekenhuis, een leuke groep mensen en interessante natuurspektakels op korte afstand van de stad.

Paramaribo, ik heb er zin in!

Foto’s

6 Reacties

  1. Judith Sie:
    8 mei 2017
    Mooi verhaal Mitchell!
    Je enthousiasme om nieuwe dingen te leren was ook op de SEH al duidelijk. Veel plezier in Suriname en ik kijk uit naar je volgende stukje.
  2. Mariella Windsma:
    8 mei 2017
    Weer een prachtig verhaal lieve Mitch waarin duidelijk je leergierigheid naar boven komt en je honger naar nieuwe uitdagingen en avontuur boven alles uitstijgt. Heel veel succes en plezier!
  3. Simone van der Velde:
    8 mei 2017
    Hee Mitchell,
    Wat schrijf je het heerlijk op, ik zit elke keer helemaal in je verhaal!
    Fijn dat je weer een uitdagende plek hebt gevonden. Heel veel succes en wijsheid op deze moeilijke afdeling!
    Groetjes, Simone
  4. Linda Cult:
    8 mei 2017
    Lieve Mitchell,
    Je neemt mij weer helemaal mee in je fantastische verhaal. En de volgende keer(als je er wel naar toe gaat) hoor ik graag hoe je helemaal los bent gegaan op zo'n heerlijke Latin Jazz avond (tja ik heb je nu eenmaal zo zien dansen dus ben reuze benieuwd wat je erbij gaat leren)Maar ook op alle andere gebieden weet ik zeker dat je überhaupt nog veel gaat zien daar en gaat leren.
    Succes en veel groetjes x
  5. Marry:
    8 mei 2017
    Lieve Mitchell, weer een mooi verhaal. Wij wensen je een mooie tijd toe. Fijn dat je ons zo mee laat 'kijken' naar jouw leven daar. Liefs van ons allemaal
  6. Corry:
    8 mei 2017
    Lieve Mitchell
    Prachtig geschreven met alle waardigheid, nieuwsgierigheid en liefde voor je vak. Heerlijk om zo een kijkje te hebben in je wereld en belevingen. Geniet van alle mooie dingen en ervaringen op je pad en laat ons vooral heerlijk meegenieten! Liefs en een dikke zoen van Erwin, Corry en Charlotte