Welcome back, doctor

2 april 2017 - Nyika Growth Point, Zimbabwe

Langzaam verdwijnt het dikke wolkendek waar we sinds Nairobi overheen vliegen. Ik zie langgerekte groene vlaktes, ronde hutjes met spitse rieten daken en weinig verkeer. Het welbekende plattelands Afrika van bovenaf. De groene vlaktes maken plaats voor meer bebouwing, meer grijs, meer drukte. Harare, de hoofdstad van Zimbabwe, komt in zicht.

Ik herinner mij goed hoe ik tweeëneenhalf jaar geleden in Malawi aankwam. Hetzelfde aangezicht vanuit het vliegtuig. Een minivliegveld met één bagageband. De thermometer tegen mijn voorhoofd om het land te behoeden voor ebola. Een massa schreeuwende taxichauffeurs, waaronder helaas niet degene die mij op zou wachten. De stank van diesel, mensenzweet en afval. Straten bezaaid met plastic. En vooral het reddeloze gevoel, de intense cultuurshock en de wens om te draaien en met de eerste de beste vlucht terug te keren.

Gelukkig was dit keer alles anders. De vrolijke douanebeambte die mijn visum regelde maakte zelfs een grapje over mijn achternaam. Ik werd opgewacht door een taxichauffeur met een brede lach op zijn gezicht en een bordje met mijn naam erop in zijn handen. Geen mens die mij aansprak, lastig viel of mijn aandacht opeiste. Buiten zag ik schone straten en groene vlaktes. Wat mij het meest opviel was de geur. Een karakteristieke geur die ik niet kan beschrijven, maar herken van de plattelanden van Malawi.

Het voelde alsof ik thuiskwam.

De eerste stop is een hostel in Harare, voor één overnachting. Het vliegveld ligt op ongeveer een half uur rijden van de stad. We passeren in toenemende mate dicht bebouwd land. Ik weet dat de economie van Zimbabwe volledig ingestort is. Desondanks valt het me op dat de weg er goed bij ligt en de straten schoon zijn. Ik vraag mijn taxichauffeur, Tafi, hoe het leven in Zimbabwe is.

“Het leven is hier slecht”, antwoordt hij. “Ik ben zelf recent verhuisd van de stad naar het platteland. Ik kon de huur niet meer betalen. Op het platteland is de huur bijna gratis. Er gebeurt alleen niets. Ik woon liever in de stad.”
“Hoe is Harare als stad?”, vraag ik hem.
“We rijden wel een stukje om, dan kan je het zien. Het is heel klein dus we rijden er zo doorheen.”

Dichter bij de stad vallen toch de gaten in de weg. De straten blijven echter schoon. Een groot verschil met bijvoorbeeld Malawi, waar de wegen overal getekend worden door de grote hoeveelheden plastic langs de weg.

“Waar kom je vandaan?”, vraagt Tafi.
“Nederland, net als Tienke en Floris.” (Tienke is mijn begeleider bij mijn onderzoek)
“Gaaf! Jullie hebben een super goed voetbalelftal hè?”
“Nu niet meer helaas. We hebben recent 2-0 van Bulgarije verloren. Onze coach is ontslagen.”
“Dan moeten jullie Louis van Gaal terughalen! Of die van Chelsea, Guus Hiddink.”
“Dat laatste lijkt me een heel slecht idee”, zeg ik lachend.

We rijden Harare inderdaad in een record tijd door. Het centrum is klein en compact met weinig hoogbouw. De gebouwen zien er slecht onderhouden uit. Het is het einde van de werkdag, dus de straten zijn druk bevolkt met mensen. De wegen staan vol met auto’s. Het is, zoals het een echte Afrikaanse stad betaamt, chaos.

“Weet je, het is hier zo druk omdat 90% van de mensen werkloos is”, zegt Tafi. “Ze komen naar de stad om illegaal werk te zoeken. Die mensen weten niet wat ze morgen doen. De regering heeft jaren geleden de fabrieken gesloten, dus iedereen die daar werkte heeft nu geen werk. Ze onderhouden hier niets. Kijk maar naar de gebouwen! Alles wat de Britten hebben achtergelaten in 1980. Niets meer bijgebouwd.”

Ik zie tientallen straatverkopers op de stoep, verkopers tussen de auto’s bij de stoplichten en pompbediendes bij het benzinestation. Allemaal tekenen van armoede en werkloosheid.

“Heb je familie?”, vraag ik Tafi.
“Ja! Ik heb een vrouw en twee zonen. Mijn vrouw is zwanger van de derde.”
“Gefeliciteerd!”, zeg ik. Ik herinner mij dat het hebben van veel kinderen voor Afrikanen een grote bron van trots is.
“Nee, dat is helemaal niet goed!”, zegt Tafi. “Die vrouw geeft mij hoofdpijn.”
“Als dokter weet ik dat vrouwen de meest voorkomende oorzaak van hoofdpijn zijn”, grap ik terug. “Waarom wil je niet nog meer kinderen?”
Tafi lacht. “Ik kan ze niet onderhouden. We hebben te weinig geld. Twee is prima, hen kan ik bieden wat zij nodig hebben. De meeste Zimbabwanen kijken niet op of om naar hun kinderen. Dat wil ik anders doen. Maar dan heb ik wel geld nodig.”

We komen dichter bij het hostel. De grijze stad maakt plaats voor bomen, grote huizen en hoge hekken met prikkeldraad. Hier wonen de rijken, die zich genoodzaakt voelen zich te beschermen tegen al het boze kwaad van de buitenwereld. Hoe dan ook, de omgeving is prachtig. Korte tijd later arriveren wij bij het hostel.

Ik betaal met Amerikaanse dollars en krijg Zimbabwaanse dollars terug. Deze munten worden in het land één op één voor elkaar gebruikt, zonder dat daar afspraken over zijn gemaakt met de Amerikaanse regering. Ik heb zelf nul verstand van economie maar kan mij niet voorstellen dat dit een duurzame constructie is. De Zimbabwaanse dollar is namelijk bijna niets meer waard. Het land exporteert nauwelijks en importeert nagenoeg alles, waardoor meer geld het land verlaat dan er binnen komt. Omdat de voorraad Amerikaanse dollars hierdoor op is geraakt heeft de regering de Zimbabwaanse dollar weer in de omloop gebracht. Initieel met dezelfde waarde als de Amerikaanse dollar, maar die verhouding is inmiddels weer scheef gegroeid. Dit geeft weer problemen voor de bevolking omdat zij nu uitbetaald worden in Zimbabwaanse dollars in plaats van Amerikaanse dollars. Het komt er dus op neer dat de mensen hier minder verdienen voor hetzelfde werk.  

In het hostel spreek ik af dat Tafi mij weer in alle vroegte oppikt, zodat ik een vroege bus naar Roy kan pakken, waar Tienke mij op komt halen. De busreis duurt een goede vijf uur als het mee zit.

Ik ben moe van de lange vliegreis (19 uur inclusief 8 uur overstaptijd op Nairobi). Uitgeput plof ik neer op mijn bed en val nagenoeg direct in slaap. 

4 Reacties

  1. Mariella Windsma:
    2 april 2017
    Wat een heerlijk verhaal weer. Gelezen met een lach en een traan. Wat zou ik graag even op je schouder zitten! Dikke kus mam
  2. Corry:
    2 april 2017
    Heerlijk om te lezen, alsof we erbij zijn..wat schrijf je toch geweldig.. je geniet; dat spat er vanaf!
    Veel plezier
  3. Marry:
    8 april 2017
    Wat leuk om zo mee te lezen wat je allemaal meemaakt in een totaal andere wereld voor ons. Liefs van ons
  4. Jacqueline Janse:
    14 april 2017
    Mooi Mitch! Wat een mooie verhalen. Het brengt mijn gedachten even in de wereld waarin jij nu leeft.Liefs xx